9 juni 2015

11 juni 2015 Andy Grootens 0

Dag 9

Op aanraden van Carmen, onze verhuurster annex hospita annex tourist office, gingen we gister naar het naastgelegen dorp Pelayos a la Presa waar een slagerij gevestigd zou zijn met een reputatie van hier tot Madrid. Woorden konden niet omschrijven hoe goed deze goede man zijn waren waren. Men zou hier van heinde en verre naar toe komen om zijn vlees en kaas te verkrijgen. Omdat we toch die kant op moesten omdat we wilden zien of de stranden hier makkelijker te benaderen waren dan ons eigen strand, konden we op deze manier twee vliegen in een klap slaan en waren we spekkoper. Bram, zo heet ons navigatiesysteem, leidde de weg en voor we het wisten stonden we voor de gesloten deur van de charcuteria want het was maandag en dan had de goede man zijn dagje vrij.

Daar konden we wel wat bij bedenken, want we hadden de avond ervoor (ook hier is dat dus zondagavond) bij de terugreis van het strand naar ons huisje de massale exodus van Madrilianen die in deze contreien het weekend doorbrengen aanschouwd. Gedurende de 15 kilometer die deze weg lang is, stond er één lange file richting Madrid waar de A27 gedurende de ochtendspits jaloers op zou zijn. Waar het dorp de afgelopen 48 uur een bruisend bacchanaal moet zijn geweest, was het nu een stil en verlaten spookdorp.

Het dorp heeft dus zijn bestaansrecht te danken aan de Spaanse toeristen en dat was te zien tijdens onze wandeling langs het strand en de oevers van het stuwmeer. Wat een teringbende en rotzooi hadden ze achtergelaten. En dat terwijl ons strandje, dat we aan de overkant konden zien liggen door de gebruikers altijd spiksplinterschoon wordt achtergelaten. Maar ja, dat heb je met massa’s Madrikezen. Na een fikse wandeling en een mogelijk nog fiksere lunch gingen we Carmen die net het andere appartement aan het tjetten was op de hoogte brengen van het debacle. Ach, morgen weer een dag antwoordde ze adrem en terecht. Maar nu we er toch waren, er was een plekje waar ze net niet bij kon met haar kwast. Of ik …. Ja natuurlijk. Ik was net thuis klaar met verven dus waarom niet? Stond ik dus op mn flipflops op een ladder te schilderen in mn vakantie. Je maakt wat mee. Tegen vieren hadden we het wel gezien en gingen we naar een naburig stuwmeer en daar kwamen we via een ongelooflijk mooi dal en afgeschermd natuurgebied bij La Rinconada. Het natuurgebied heet valle de Iruelas en heet altijd groen te zijn. Dat was ook wat meteen opviel.niets geen dorre landschappen maar groen waar je maar kon kijken. Niet voor niets dat vele inheemse dieren en vogels zoals de keizersarend en de vale gier hier hun intrek hadden genomen en zich een habitat hadden aangemeten. We moeten deze vakantie nog een gaatje zien te vinden om dit eens uitgebreid te bewandelen.

Dat hadden we vandaag al genoeg gedaan dus de gehuurde auto hebben we zo dicht mogelijk aan de waterkant geparkeerd en het eerste het beste vrije strand hebben we het onze gemaakt. Nu wilde het zo zijn dat er echt helemaal niemand, in de verste verte niet, maa ook zover het oog kon reiken, niemand te zien was. Het hele meer voor onszelf deze mooie maandag namiddag. De oorverdovende stilte werd alleen verstoort door het kabbelende water en een of ander irritant vogeltje dat gelukkig enige tijd later door een valk te grazen werd genomen.

Na deze enerverende (ofwel elivrerend, zoals een voormalig collega het nog wel eens abusievelijk placht te noemen) en nuttig gespendeerde dag hebben we samen mer Carmen deze nog eens feestelijk afgesloten met een drupje van het een of andere flesje en was het weer veel te laat…

8 juni 2015

9 juni 2015 Andy Grootens 0

Ik u zal eens bijpraten over het verloop van de afgelopen dagen want het is weer te lang geleden. Dit is te wijten aan een vroegtijdig maar tijdelijk opgetreden writersblock waar iedere zichzelf respecterende al dan niet als hobbyist schrijvende schrijver vroeg of laat mee wordt geconfronteerd. Maat dit terzijde.

Om onze dagen zo efficiënt mogelijk te besteden hebben we een vast stramien waarop onze dagen zijn ingedeeld. Dat begint met niet al te vroeg op te staan gevolgd door een kop zelfgebakken espresso met de van huis meegebrachte Bialetti Moka Express 2 kops percolator. “Zeul je die altijd mee?” hoor ik u vragen. Ja, is dan mijn antwoord. Vakanties in het verleden hebben aangetoond dat de gemiddelde Europeaan die zijn hoofd -of neveninkomsten wint uit de verhuur van accommodatie aan toeristen zoals u en ik, over het algemeen genomen weinig tot zeer weinig investeert in goede koffiebereidingsapparaatuur en als dit al aanwezig is dit als ondergeschoven kindje rechts achterin in het onderste beschimmelde kastje is weggemoffeld. Dus door schade en schande wijs geworden zeulen we dit met prijzen overladen en inmiddels voor Italiaans design iconisch geworden potje mee op iedere vakantie, want als uw ondergetekende ergens goed chagrijnig en onredelijk boos van kan worden is het wel door het ontbreken van een kop goede sterke koffie aan het begin van de dag. Ik word al kwaad als ik er aan denk!

Na de tweede kop volgt meestal een licht doch voedzaam ontbijt, wat meestal bestaat uit fruit, yoghurt en meergranen muesli of volkoren cornflakes en dat alles goed gemengd en opgediend in een daarvoor bestemd ontbijtschaaltje bij voorkeur van hetzelfde servies als het koffiekommetje maar het is niet onoverkomelijk als dit niet het geval is.

Dan maak ik mijn echtgenoot wakker als die al niet van al die herrie in de keuken is ontwaakt. Na het opfrissen en het implanteren van zijn oogprotheses wordt er eerst een peuk opgestoken. Al dat ontbijtgedoe hoeft voor hem niet zo.

Na het derde bakje volgt een vierde meestal begeleid met een van de lokale patissier bekende specialiteit vaak in de vorm van een roomgebakje. Je moet tenslotte ook voldoende suikers binnenkrijgen tijdens zo’n inspannende en actieve vakantie.

Dan is er tijd voor het raadplegen van de diverse sociale medii alsmede het spelen van enerverende spelletjes zoals daar zijn: freecell, sudoku, wordfued (voorheen bekend als scrabble) en mahjjong. Stuk voor stuk klassiekers die bekend staan om hun ontspannende werking. De boog kan immers niet altijd gespannen zijn. Er moet tussendoor ook nog aan het blog gewerkt worden.

Als er dan voldoende moed is verzameld pakken we de auto en gaan we boodschappen doen, want meestal is de wijn toch opgegaan.
Alle grote supermarktconcerns hebben hier in het dorp een filiaal geopend en onze favoriet is de Carrefour omdat die het dichts bij is en ze werkelijk een fenomenale discjockey in dienst hebben. Bij binnenkomst komen de vrolijke deuntjes je al tegemoet. Niet van die slappe muzak als bij de Appie, maar swingende en opzwepende hits zijn hier het beproefde recept voor goed geluimde klanten en dus volle winkelwagentjes.

Daarna is het rond 14.00 uur tijd om te gaan eten. En in Spanje gebruikt men dan de hoofdmaaltijd. Dit wordt dan als “Menu del dia”, een 3 gangen menu met een glas wijn of water en een afsluitende kop caffe, in diverse horecagelegenheden voor 7 tot 12 Euro aangeboden, met bijpassende prijs/kwaliteitverhouding. Omdat deze maaltijd binnen de siësta valt wordt er zo snel mogelijk opgediend, want na het eten moet men nog een dutje doen, alvorens weer aan den arbeid moet worden gegaan. Het hoeft niet gezegd dat dit laatste voor ons natuurlijk niet van toepassing is en wij onze rust gaan zoeken op het strand.

De temperaturen van boven de 30° zijn zelfs Patrick te gortig en gaan wij dus pas tegen vieren richting het strand. En daar blijven dan tot een uur of acht, half negen. Dat geeft mij tijd om lekker rustig een boek te lezen want daar was ik de hele dag nog niet aan toegekomen.

Eenmaal weer thuis worden de strandlakens uitgehangen, het luie zweet afgespoeld en een flesje wijn opengetrokken. Een begeleidend tapatje erbij en de dag is weer ten einde. Op naar de volgende!

7 juni 2015

7 juni 2015 Andy Grootens 0

Dag 7 (ja, ja, ik loop achter maar alles komt goed! Mañana mañana!)

“Nunca un momento aburiddo a la finca” zegt een bekend Spaans gezegde, hetgeen zoveel betekend als: “op een boerderij is altijd wat te doen, mits er iets gedaan wordt wat de moeite waard is om te vertellen, hetgeen niet als vanzelfsprekend kan worden beschouwt omdat hier natuurlijk meerdere factoren een rol kunnen spelen”

Zoals dat we na de hachelijke avonturen met het wild zwijn van een paar dagen geleden, vandaag verrast werden met een ontsnapt veulen. Nou ja, niet echt meer een veulen, maar zo’n hengst van een jaar of anderhalf, volop in de pubertijd dus met geen 10 paarden weer terug de wei in te krijgen, laat staan alleen door Tomas waarvan we nog steeds niet zijn werkelijke doch vergevorderde leeftijd hebben vernomen, die verwoede doch ineffectieve pogingen ondernam het edele dier weer naar zijn afgebakende stuk weiland te krijgen. Weiland is trouwens niet de juiste benaming, maar ik kan het kurkdroge, bijna kaalgevreten afzichtelijke stuk grond niet anders benoemen. Ik vind het niet vreemd dat Meindert, want zo noem ik de jaarling maar om ook voor u een stukje duidelijkheid te verschaffen, zijn heil elders ging zoeken, want het dorre gras naast de wei is danwel even dor als het zijne, maar tenminste overvloedig aanwezig en ik zou als ik een paard was geweest zeer waarschijnlijk hetzelfde doen.

Tomas had inmiddels een verweerd en aanzienlijk verouderd stuk touw om de hals van Meindert geslagen en werd nu zo’n beetje zelf door Meindert meegesleurd wat toch eigenlijk niet de bedoeling kon zijn. Gelukkig voor Tomas brak het touw en kon hij weer van voor af aan beginnen.

Niet bang voor enig gevaar of andere risico’s toog ik op mijn slippers naar de plaats delict om het oude mannetje een helpende hand te bieden. Nu ben ik redelijk goed met dieren en heb ik een goede vriend die paarden heeft, dus wist ik dat wanneer je iets van een dier gedaan wilt krijgen, een beloning zeer gewaardeerd wordt en de kans op vrijwillige medewerking aanzienlijk kan worden vergroot als zo’n beloning in de vorm van een lekker stuk oud brood word aangeboden. Dit noemt men in hippische vaktermen conditionering, een consequent systeem van beloning en straf. Maar ik dwaal af. Toevallig had ik nog een stukje oudbakken brood over en Meindert en ik waren op slag vrienden voor het leven. Na eerst nog even wat puberale halsstarrigheid kon Meindert door een fikse tik op de bil worden bewogen richting de wei, waar het amateuristisch opgezette schrikdraad tijdelijk even uitgeschakeld was en het verder een peuleschil bleek om Meindert weer op zijn plaats te krijgen. Ontsnappen was trouwens net zo eenvoudig want later die middag bleek Meindert nog twee keer ontsnapt te zijn, maar toen lagen wij alweer aan het strand. Daarover later meer.

2 juni 2015

5 juni 2015 Andy Grootens 0

Dag 3 en 6

Zoals beloofd kom ik vandaag nog even terug op de eerste dag van ons verblijf in San Martin de Valdeiglesias. Wanneer wij op vakantie zijn gaan we graag naar het strand. Nu is dat In de omgeving van Madrid is wat lastig, met name omdat een dagje strand anderhalve dag rijden is. Daarop hebben ze een ingenieus plan bedacht. Ten tijde van het regime van generaal Franco werden door heel Spanje tientallen stuwmeren aangelegd voor de drinkwatervoorzieningen in het regelmatig door ernstige droogte bedreigde binnenland. Het spreekt vanzelf dat het niet fris is om in uw eigen glas kraanwater te gaan zwemmen, hetgeen dus ook ten strengste verboden was. Toen heeft op enig ogenblik een slimmerd bedacht: wat als we nu eens zo’n stuwmeer aanleggen waar we dan wél watersport en zwemoefeningen in mogen doen. Zetten we er gelijk een aantal toeristenappartementen naast en een jachthaventje. Kost wel wat, maar dan heb je ook wat. En zo geschiedde en daar zitten wij dus hemelsbreed zo’n 5 km vanaf.

Echter, dat strand bleek lastig, want zie dat maar eens kunstmatig aan te leggen. Het is er uiteindelijk wel gekomen, maar u moet daarvoor een half uur omrijden en over een berg via onverharde wegen, stoffige geitenpaadjes en halsbrekende toeren om er te geraken. Maar dan heb je ook wat! Te midden van de pijnboombossen, overweldigd door de natuurlijke dennengeur en de schittering van de middagzon op het heldere water, liggen hier een aantal strandjes ingesloten in door de rotsen gevormde baaitjes waar de locale bevolking in totale relexmodus ligt te ontspannen in de zon.

Natuurlijk zijn er ook nadelen, zeker een strand door bossen omringd, waardoor menig insect zich er ook thuisvoelt, zoals bijvoorbeeld de mieren, in grote getallen en dan ook nog vaak van een omvang dat u er zo een halsband om kan leggen en een eindje ermee kunt gaan wandelen. Maar het weegt niet op tegen de zeezandstranden. Je hebt bij zo’n stuwmeer namelijk geen last van zout water en golfslag. Het zwemmen is er heerlijk en verfrissend, wat bij een temperatuur van zo’n 33 ° een welkome verkoeling veroorzaakt.

Maar omdat ik de rit over de onverharde weg toch redelijk hachelijke onderneming vond, zijn we op dag 5 op zoek gegaan naar een ander strand waarvan ik op het internetje een korte beschrijving had gevonden met daarbij een uitleg hoe er te komen. Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid van de hand van een Spanjaard zonder enige vorm van richtingsgevoel of oriëntatievermogen, want hoe ik het ook bekeek, ik kwam er niet aan uit, dus, praktisch ingesteld als ik ben hebben we de auto maar gepakt en de meest logische weg gevolgd. Dat ging goed totdat we de verharde weg af moesten. Ik heb u al een korte beschrijving gegeven over de route naar het eerste strand. Dat was in vergelijking een zeer comfortabele weg en de weg die we nu voor ons hadden mocht die benaming eigenlijk niet hebben. Ik zal u de details over de kuilen en bulten, alsmede de 80 procent hellingen en 90 procent afdalingen besparen en de kloven en dalen laat ik ook buiten beschouwing. Omkeren was in ieder geval geen optie, en toen we uiteindelijk weer satelliet ontvangst hadden konden we concluderen dat we hier niet goed zaten, maar daar hadden we dat apparaat eigenlijk niet voor nodig gehad. Uiteindelijk zag ik onze redding in een voorbij komende verharde weg, en die heeft ons tenslotte onverrichter zake weer thuis gebracht. De volgende dag hebben we toch maar die fijne route naar ons eigen strandje genomen, en kunnen we vaststellen dat het altijd erger kan.

We hebben daarna deze verloren dag gecompenseerd met een heerlijke lange avond op ons fijne terras. De avond tevoren, zoals ik al verteld heb, bleek er een Wild everzwijn in de moestuin te hebben ingebroken. Deze avond liep het beest gewoon door onze achtertuin. Omdat het, ondanks de volle maan, toch redelijk donker was konden we het allen horen door het typische gesnuif van varkens en hun aanverwanten. Door het willekeurig flitsen met mijn camera waar het wildebeest niet van bedient was, is ‘ie rechtsomkeert de campo in gevlucht en keerde de rust weder. Echter is ie, weliswaar nauwelijks herkenbaar op foto vastgelegd, en konden we dit bewijsmateriaal tonen aan Carmen en Tomas, zodat er anti-everzwijnmaatregelen genomen konden worden in de vorm van een oud transistorradiootje in de moestuin met het volume op 10. De locale zender bleek een adequate maatregel, want het zwijn is niet meer gezien en heeft zijn heil elders gezocht. Van de schrik bekomen hebben we nog een fijn flesje uit de Ribera del Duero genuttigd alvorens we weer veel te laat gingen slapen.

Noot voor moeder: ik heb me wat literaire vrijheden toegestaan met de omschrijvingen van de doorstane verschrikkingen. We zijn echter nooit in levensgevaar geweest en er is geen blijvende schade aangericht, en we kijken altijd goed uit!

4 en 5 juni 2015

3 juni 2015 Andy Grootens 0

Dag 4 en 5

Ja lieve lezers en lezeressen, u leest het goed: vandaag een verslag over twee dagen. Niet dat ik mij er met een Jantje van Leiden vanaf wil maken, maar ik kan u zeggen dat wij dag 4 niets gedaan hebben dan koffie gedronken, gegeten bij het gezellige El Pijama’s en afgesloten met een leuke fles van een lokale viñorette. De overige beschikbare tijd hebben we besteed aan luieren en nietsdoen op ons heerlijk terras dat van alle gemakken is voorzien, zoals ligbedden en zitstoelen alsmede een tafel en een parasol. Ons uitzicht over de boomgaard verveeld vooralsnog geen moment; sterker nog het is een en al spektakel en entertainment. Ik zal er wat meer over vertellen.

Finca El Parral ligt net buiten San Martin de Valdeiglesias in een reservaat voor vogels. Dat houdt in dat mensen door internationale én Spaanse wetten gedwongen de vogels met rust moeten laten op straffe van geldboetes en lijfstraffen bij herhaling. Het is hier dan ook een komen en gaan van diverse soorten gevleugelde vrienden, want die hebben inmiddels wel door dat van die rare snuiters niets te vrezen valt. Van huismussen (Passer domesticus) tot keizersarenden (Aquila adalberti) en van de zwarte specht (Estorino) tot de steenuil (Mochuelo). Het gerucht gaat de ronde dat hier zelfs een wielewaal is waargenomen, maar dat kan ik nog niet bevestigen. Zelf hoop ik nog eens een hop te kunnen spotten; een vogel die ik slechts van tekeningen en foto’s ken.

Het hier dus een komen en gaan van de diverse flierefluiters, hetgeen ook de nodige spanningen met zich meebrengt. Zo bedacht een mussenjong om vanmiddag het nest te verlaten, hetgeen duidelijk geen voed idee bleek. Na de landing kan het beestje nauwelijks meer dan 10 cm van de grond komen. De ouders en diverse ooms en tantes probeerden met alle macht het kind middels een spoedcursus vliegen voor beginners de techniek van het vliegen bij te brengen, maar ik heb sterke twijfels of dat nut heeft gehad. De steenuil was namelijk al vroeg wakker vanmiddag….

U ziet: never a dull moment hier. Tomas, het Spaanse boertje waar u al eerder kennis mee maakte en die hier de moestuin en de paarden verzorgt ( en overigens niet echt 106 is, maar veel zal het niet schelen) wist ons te vertellen dat afgelopen nacht een wild zwijn heeft ingebroken in de moestuin om eens heerlijk door de vochtige aarde te woelen, daarbij de pas aangeplante komkommers niet ontziend. Tomas is een echte dierenvriend, hij verteld me van alles over de vogels (heb ik het idee, ik ben zijn tongval nog niet echt gewend) maar van zijn moestuin moeten ze afblijven! Hij heeft terstond het hek van 25cm met 2 cm verhoogt. Dat zal ze leren!

Dan is er natuurlijk nog Millie, het zusje van Pillie die kort voor onze aankomst het tijdige met het eeuwige inruilde door zich achter een autoband te verstoppen, en Millie ziet in ons een waardig alternatief voor haar zuster en een adequate therapie voor de verwerking van het gemis. En wie zijn wij om het koddige katje niet buitensporig te verwennen met kaasjes en worstjes. Ik hoop dat u dit wel stilhoud tegenover Frenkie, onze eigen poes. Zij is nogal jaloers van aard en kan mogelijk overgaan op sancties tegen onze terugkeer over tweeëneenhalve week.

Morgen kom ik nog even terug op dag 3 omdat we toen ook nog wat hebben meegemaakt, maar dat zou nu te lang duren om te verhalen. Ik hoop dat u hierdoor niet in de war raakt; ik zal steeds duidelijk de dag boven aan het stuk vermelden.

¡Saludos y hasta mañana!

1 juni 2015

2 juni 2015 Andy Grootens 0

Dag 3

Zoals u wellicht eerder heeft vernomen (zo niet lees dan verder) zijn wij met de nachttrein vertrokken uit SdC richting Madrid alwaar wij ons Spaans avontuur gaan voortzetten. Het TrenHotel bleek redelijk verstoken van luxe en ik moest omzichtig met mijn ietwat uit den kluyten gewassen reistas manoeuvreren om onze medepassagiers geen ernstig letsel toe te brengen. Het bed bleek van het type stapel en net groot genoeg voor een laaf van redelijke lengte. Perfect voor mij dus, maar Patrick moest zich dubbelvouwen om zich in te dekken, wat hem met zijn atletisch voorkomen bijzonder wel en zonder kleerscheuren lukte. Maar verder is het een prima manier om uzelf van A naar B ofwel C te verplaatsen, temeer omdat er een restauratiewagon beschikbaar was en er vandaag de dag geen illustere moordpartijen meer plaatsvinden, hetgeen ten tijde van Agatha Christie wel anders was. Daar kon geen exprestrein op zijn bestemming aankomen zonder eerst langs het mortuarium te rijden. Ik vermoed dat de oorzaak hiervan gevonden kan worden door het uit de mode raken van het beroep van butler.

Madrid heeft zoals vele andere wereldsteden rond het station allerhande faciliteiten geplaatst zoals restaurants en autoverhuurbedrijven, dewelke wij juist nodig hadden. De uiterst vriendelijke man (ik vermoed een aanhanger van de Griekse beginselen) van het verhuurbedrijf steldde ons een bolide ter beschikking en al snel waren we ontspannen in de Madridliaanse maandagochtendspits beland, welke niet eens zo heel veel van de Nederlandse afwijkt, alleen dat hier de bestuurders graag zoveel mogelijk van rijbaan verwisselen en pas 1 á 2 meter (en dat is ruim ingeschat) voor het einde naar die baan verplaatsen waar hun bestemming boven hangt en welke zich meestal aan de andere kant van de 5-baansweg bevindt. Maar zonder noemenswaardige ongevallen bereikten we onze bestemming in San Martin de Valdeiglesias.

In dit pittoreske plaatsje hadden we op Finca El Parral het knusse Casa La Azul gehuurd van Carmen die in geen velden of onverharde wegen te vinden bleek en schitterde door afwezigheid. We werden echter wel door een 106 jarig spaans boertje in het oud-spaans te woord gestaan. Dankzij mijn 13 jarige cursus Spaans voor Dummiez en mijn redelijk omvangrijke talenknobbel kon ik eruit opmaken dat Carmen er niet was, naar Madrid was en dat we morgen nog maar eens terug moesten komen. Gelukkig waren we in het bezit van de meest moderne communicatiemiddelen en werd het misverstand door Carmen (die het oud-spaans heel goed machtig is) rechtgezet en konden we in het alleraardigst huisje onze intrek nemen.

Later die middag maakten we kennis met Carmen die overduidelijk al enige tijd geleden was gestopt met haar adhd medicatie en zichtbaar overstuur was omdat zij die ochtend bij haar vertrek één van haar twee kittens per auto had overreden. Toen ook nog bleek dat de warmwatervoorziening in onze casa defect bleek was de ellende compleet. Hier kon alleen alcohol aan helpen, mits in voldoende hoeveelheid toegediend, hetgeen geschiedde en we uiteindelijk toch nog een gezellige en ontspannen avondje op ons terras hebben gehad om onze eerste dag hier af te sluiten.

P.s. Ik kan hier niet teveel grafische bestanden plaatsen daar vorige week een blikseminslag een einde heeft gemaakt aan de internetvoorzieningen en er nog 72 wachtenden voor Carmen zijn alvorens zij de beschikking krijgt over een nieuwe router. Ik moet mij dus verlaten op het karige 3g abonnement waar ik bedrijfswege aan gebonden ben.

31 mei 2015

1 juni 2015 Andy Grootens 0

Dag 2

Na onze vermoeiende reisdag van gisteren goed te hebben uitgeslapen, bleek er een serene rust over SdC te zijn neergedaald, want zoals het goede katholieken betaamd: op zondag wordt er niet gewerkt!! Op een enkele ongelovige Judas daargelaten waren alle winkels met snuisterijen op slot en zag het er naar uit dat men ook geenszins van plan was hier iets aan te doen. Gelukkig waren er een paar koffiebareigenaars danwel hun employees die het zwarte goud wel wilden serveren aan deze twee uitslapers.

Het ontbreken van de massa toeristen gaf ons een wat beter zicht op de oude stad en we zagen ook dat de wandelaars waar ik gisteren misschien wat misprijzend over was, hier arriveren en een ongemeen respect is hiervoor op zijn plaats. De meesten hebben de originele Camino de Santiago van 775 km achter de rug en dat doe ik ze niet na met mijn pijnlijke enkels en nare knieën.

Het moet de voorzienigheid zijn geweest want op enig moment liepen we voorbij een open deur van een van de kerkelijke gebouwen en besloten een kijkje te gaan nemen want het was toch geen weer. Eenmaal binnen waren we niet alleen: samen met een paar honderd anderen waren we in de hoogmis terecht gekomen. Nu denkt u vast: mooi! Leuk voor jullie, maar ik moet hier even melding maken dat een hoogmis hier een bijzonder element bevat, namelijk de Botafumeiro. Dit is een wierookketel van mythische en enorme omvang welke op hoogtijdagen en andere speciale gelegenheden ( of na donatie van € 350,-; men moet de boel tenslotte wel gaande kunnen houden) wordt gebruikt om ons allen te bewieroken na afloop van de heilige communie. Voor de atheïsten, heidenen en andersgelovigen onder u: dat is het gedeelte van de mis waarbij er brood wordt uitgedeeld en wijn wordt gedronken door de priesters en pastoors. Zie verder Wikipedia of een andere bijbel. Kennelijk had iemand zijn portemonnee getrokken of het was een buitengewone of speciale gelegenheid want de wijn was nog niet op of het ritueel werd aangevangen.

En ik hoor u denken: dat is mooi Andy, maar wat moet ik hiermee? Nou, dat zal,ik u zeggen. De bewieroking geschiedt door de Botafumeiro met zo’n enorme vaart door de kathedraal te slingeren, daar heeft u geen weet van! Met zijn tienen staan daar misdienaars aan de touwen te sjorren dat het een lieve lust is. Dan weer over het hele middenschip, dan weer met duizelingwekkende val vanaf het dak. Met ware doodsverachting werd de Botafumeiro over onze hoofden geslingerd. Als dat touw ooit versleten raakt. Laten we daar maar niet aan denken.

Zoals gebruikelijk mogen er tijdens een mis geen foto’s worden gemaakt, maar toen het spektakel begon kwamen de iPhones, tablets, spiegelreflexen en cameraatjes in handig zakformaat, maar met toch nog redelijk goede beeldeigenschappen uit jas en tas tevoorschijn gehaald. Ik heb mezelf ook niet kunnen bedwingen en ook een korte impressie gemaakt. Dat zal ik separaat in een iets korter bericht aan u doen toekomen wegens de beperkingen van dit platform om geen foto’s ėn filmpjes in een en hetzelfde bericht te mogen plaatsen.

Na dit met groot applaus ontvangen hoogtepunt toch nog even een menu van de dag genomen, wat we achteraf gezien beter niet hadden kunnen doen. Daarna de koffers gepakt en ons naar het treinstation begeven alwaar de nachttrein ons naar Madrid ging brengen. Maar daarover later meer.

Verstuurd vanaf mijn iPad

30 mei 2015

31 mei 2015 Andy Grootens 0

Dag 1

Op de barbaarse en onmenselijke tijd van 03.00 uur luidde onze wekker het begin van onze vakantie in. Na een overbodige laatste controle (want tandenborstel vergeten) van de bagage en andere niet onbelangrijke stukken bracht Jaap die onze residentie bewaakt ons naar Zaventem waar we zonder noemenswaardige tegenstand op tijd het luchtruim kozen. Met de huidige energievoorzieningen op de Belgische luchthavens mag dat een wonder heten.

Omdat we vroeg vlogen, kwamen we ook lekker op tijd aan in Santiago de Compostella, een bedevaartsoord vernoemd naar Sint Jacob, een van de apostelen van Christus, die ook wel de Morendoder werd genoemd, wiens stoffelijk overschot na zijn onthoofding in Palestina (u ziet, het is van alle tijden) per boot de zee op werd gestuurd en zodoende aanspoelde op de Galicische kust, alwaar men hem op een berg heeft begraven. Zoals te doen gebruikelijk in die tijd verrees er een basiliek en zo had men een bedevaartsoord alwaar men volgens de overleving te voet naar toe moet pelgrimeren. Het verbaast u waarschijnlijk niet dat wij gewoon de bus hebben gepakt.

De locale bevolking heeft de legende serieus genomen en hier handig op ingespeeld en het mooie oude centrum ingericht naar de behoefte van de duizenden veelal bejaarde toeristen door er honderden souvenierwinkeltjes met Chinese prullaria en evenzoveel toeristenrestaurants met allemaal hetzelfde toeristenmenu op iedere beschikbare vierkante meter te plempen, hetgeen ongetwijfeld goed is voor hun inkomen, maar het voor ons een hachelijke onderneming werd om deze meute te ontvluchten en een eetgelegenheid te vinden waar het niet vol zat met Engelsen, Amerikanen, Japanners, Duitsers, Hollanders en ander gespuis, maar wat ons uiteindelijk wel is gelukt op aanwijzing van onze hospita, een jonge studente die haar gehorige jaren 80 en geheel volgens de laatste Ikea-mode ingerichte appartement via een gerenomeerde b&b bemiddelingssite aan ons voor €35 heeft verhuurd.

Ten 22.00 uur kwamen we in een vrijwel leeg etablissement en op de vraag aan de ober van dienst of er een tafel voor twee beschikbaar was, werd toch eerst het reserveringenboek geraadpleegd. Niet geheel onterecht want een half uur later zat het restaurant propvol met Spaanse localio’s die hun diner kwamen verorberen.
Te slotte nog een afsluitend biertje op het terras genuttigd temidden van dronken Amerikanen en daarna de pelgrimstocht naar de kamer aangevangen.