1. Odiaxiere

Nou, vooruit dan maar. Op veler verzoek van Caroline de Ruiter zal ik u verslag doen van dit korte lang weekend in het Portugese Odiaxiere (Oh-die-assjer), een dorp ten westen van Portimao en ten oosten van het schattige plaatsje Lagos, waar je indien je niet goed oplet in een oogwenk voorbij gereden bent.

Wat is dat toch met vakanties, vrienden, dat deze zo gepland worden dat je op ontaarde tijden de wekker moet zetten om eens lekker te kunnen uitrusten? Het was hedenochtend weer niet anders en om 4.00 uur (GMT +2) stonden wij weer naast ons bed, klaar om de koffer te pakken, want met alleen handbagage is dat natuurlijk een fluitje van een cent, zoals we dat in Breda zeggen. We hadden een afspraak met een van de weinige Nederlandsche vliegtuigmaatschapijen dat zij ons van Eindhoven naar Faro in de Algarve te Portugal-Zuid zouden transporteren, en dat deden zij deze keer zonder enige vertraging of andere oponthoudingen. Dat is wel eens anders gegaan!

Bij de autoverhuur ging het wat minder soepel omdat de pincode van mijn kredietkaart uit mijn geheugen was gewist. Na twee foutieve pogingen maar gevraagd of er alternatieven bestonden. Nu is Goldcar, want daar hebben we het over, zeer bekwaam en kundig in het poten uitdraaien van argeloze en vooral buitenlandse toeristen, maar dan hadden ze aan mij toch een slechte! Dus hebben we maar gewoon die 85 Portugese Euro’s op tafel gelegd om maar niet met de trein naar onze eindbestemming te hoeven. Waren we wel extra verzekerd tegen spiegelschade. Pffff….

Het zal wel aan de historische Engelse overheersing uit 1823 liggen, maar Portugal heeft als enige land van het Europesche vasteland een afwijkende tijdzone zodat we lekker vroeg op onze bestemming aankwamen. Als altijd werden we hartelijk verwelkomt door Marjo en Peter met een heerlijk bakkie en een Pastel de nata, een hier ten lande wereldberoemde lekkernij van bladerdeeg en vanilleroom die zelfs de meest rechtgeaarde atheïst doet weifelen in het bestaan van de hemel.

Daarna zijn we als altijd onze victualiën gaan inslaan bij Fonsesca, de plaatselijke kleingrutter en in de Odiaxerse versie van de Markthal in Rotterdam. In de Zuid-Europese landen stikt het van de overdekte markten, want in de volle zon uw vis te gaan staan te verkopen, is doorgaans geen succes. Ze zijn echter niet van het ultra-trendy-hipsterniveau als de voornoemde in R’dam. Maar daar staat tegenover dat we met een tas vol verse groente, fruit en eieren voor 3 euro naar buiten liepen. Daar mag je in Rotterdam nog niet eens voor naar binnen.

Daarna een voorzichtige poging ondernomen om het strand uit te proberen, en ook dat lukte prima. Ondanks vreemde blikken van sommige locale inwoners op onze korte broeken midden in de winter vonden we het zeer aangenaam vertoeven in de 20° aan zee.

Verder was het een dag zoals normaal. Eten bij restaurant Aquario, waar we veel te vroeg waren, want de kok begon pas om 19.00. Dus alvast maar een wijntje vooraf en na afloop nog heel even een bladzijde in m’n boek gelezen, maar toen vielen de luiken echt toe.