7 juni 2015

Dag 7 (ja, ja, ik loop achter maar alles komt goed! Mañana mañana!)

“Nunca un momento aburiddo a la finca” zegt een bekend Spaans gezegde, hetgeen zoveel betekend als: “op een boerderij is altijd wat te doen, mits er iets gedaan wordt wat de moeite waard is om te vertellen, hetgeen niet als vanzelfsprekend kan worden beschouwt omdat hier natuurlijk meerdere factoren een rol kunnen spelen”

Zoals dat we na de hachelijke avonturen met het wild zwijn van een paar dagen geleden, vandaag verrast werden met een ontsnapt veulen. Nou ja, niet echt meer een veulen, maar zo’n hengst van een jaar of anderhalf, volop in de pubertijd dus met geen 10 paarden weer terug de wei in te krijgen, laat staan alleen door Tomas waarvan we nog steeds niet zijn werkelijke doch vergevorderde leeftijd hebben vernomen, die verwoede doch ineffectieve pogingen ondernam het edele dier weer naar zijn afgebakende stuk weiland te krijgen. Weiland is trouwens niet de juiste benaming, maar ik kan het kurkdroge, bijna kaalgevreten afzichtelijke stuk grond niet anders benoemen. Ik vind het niet vreemd dat Meindert, want zo noem ik de jaarling maar om ook voor u een stukje duidelijkheid te verschaffen, zijn heil elders ging zoeken, want het dorre gras naast de wei is danwel even dor als het zijne, maar tenminste overvloedig aanwezig en ik zou als ik een paard was geweest zeer waarschijnlijk hetzelfde doen.

Tomas had inmiddels een verweerd en aanzienlijk verouderd stuk touw om de hals van Meindert geslagen en werd nu zo’n beetje zelf door Meindert meegesleurd wat toch eigenlijk niet de bedoeling kon zijn. Gelukkig voor Tomas brak het touw en kon hij weer van voor af aan beginnen.

Niet bang voor enig gevaar of andere risico’s toog ik op mijn slippers naar de plaats delict om het oude mannetje een helpende hand te bieden. Nu ben ik redelijk goed met dieren en heb ik een goede vriend die paarden heeft, dus wist ik dat wanneer je iets van een dier gedaan wilt krijgen, een beloning zeer gewaardeerd wordt en de kans op vrijwillige medewerking aanzienlijk kan worden vergroot als zo’n beloning in de vorm van een lekker stuk oud brood word aangeboden. Dit noemt men in hippische vaktermen conditionering, een consequent systeem van beloning en straf. Maar ik dwaal af. Toevallig had ik nog een stukje oudbakken brood over en Meindert en ik waren op slag vrienden voor het leven. Na eerst nog even wat puberale halsstarrigheid kon Meindert door een fikse tik op de bil worden bewogen richting de wei, waar het amateuristisch opgezette schrikdraad tijdelijk even uitgeschakeld was en het verder een peuleschil bleek om Meindert weer op zijn plaats te krijgen. Ontsnappen was trouwens net zo eenvoudig want later die middag bleek Meindert nog twee keer ontsnapt te zijn, maar toen lagen wij alweer aan het strand. Daarover later meer.