12 juni 2015

Dag 12

Gisteren meldde ik het al: het weer alhier is niet om over naar huis schrijven. Sterker nog, het is bar en boos! Vanochtend om 06.04 uur knalde er zo een donderslag dat ik een halve meter van mijn bed af kwam. Dit nood- en onweder ging vergezeld met de voor de landbouwers hier in de omtrek welkome stortregen en duurde tot ver in de ochtend. Na de middag werd het iets vriendelijker, maar nog niet zo dat we lekker naar ons strandje konden gaan. De temperatuur was de afgelopen dagen rond de 33 graden, maar deze was in vrije val gekelderd naar 23. Brrrrr.

Op een van onze ontdekkingsreizen van afgelopen week waren we voorbij de Valle de Iruelas gereden, hetgeen ik u ook heb medegedeeld in een van mijn verslagen. Met dIt mooie en altijd groene natuurreservaat wilde ik zeker nog eens nader kennismaken, en dit was de perfecte dag ervoor. De trip ernaar toe begon al goed want net over de dam spotte ik de wielewaal (door Patrick steevast de kierewiet genoemd, de gekkerd). Ik heb geen bewijs, want ik was aan het manoeuvreren over een 80 cm brede kronkel- en slingerweg en dan is het hanteren van een camera of smartphone een garantie voor onheil en wordt de kans op neerstorten in de vallei aanzienlijk vergroot, maar mijn wettige man en echtgenoot heeft ‘m ook gezien,dus ik heb een getuige!

De Iruelas is een zijrivier van de Alberche, waarop ons stuwmeer is aangesloten en de vallei is juist op dit gebied doorspekt van bergbeekjes en bosloopjes zodat hier de flora en fauna hier welig kunnen tieren. Zo is er een kolonie van zwarte gieren en wordt de Spaanse keizeradelaar hier regelmatig waargenomen. Omdat het natuurlijk niet mogelijk was om met onze vermoeide voeten het hele gebied te gaan ontdekken, besloten we de kortste wandelroute te nemen. De was slechts 3,5 km en zou in goed anderhalf uur te doen zijn. Waar ik echter overheen keek was het hoogteverschil dat werd weergegeven. We gingen zo’n kleine 500 meter omhoog en dat via een natuurlijk gevormd wandelpad. Bovendien liet bij aanvang van de wandeling het zonnetje weer in vol ornaat van zich horen en de meegebrachte vestjes konden weer in de rugzak. Ik hoef u niet te vertellen dat na 300 meter mijn tong op m’n schoenen hing en ik inmiddels toe was aan een setje nieuwe enkelbanden. (Hint voor mijn fysiotherapeut: sla extra meters tape in!) Bovendien speelde de ijle lucht, want inmiddels op 1500 meter hoogte, mij parten en zorgde voor een extra moeilijkheidsfactor. Maar no pain no gain zegt men weleens en na een half uurtje kwamen we bij een observatiepost waar de adelaars konden worden gesignaleerd. Deze gaven echter niet thuis en gingen we teleurgesteld maar weer verder.

Er is een bekend gezegde “na het hoogtepunt begint de afdaling” en ik was blij gestemd dat dit ook hier weer bleek, zodat ik wat minder uitgeput oog kon hebben voor de wonderschone omgeving en de nodige plaatjes kon schieten. En onze inspanningen werden beloond want 5 minuten voor het einde van deze barre tocht scheerden er 3 zwarte gieren vlak over onze hoofden. Moe maar voldaan keerden we terug bij de auto, die inmiddels de belangstelling had gewekt van een rund dat hier kennelijk los rond mag lopen. De gele oorbel stelde ons gerust dat het hier geen wild exemplaar was.

Op de weg terug zagen we voor de zoveelste keer de afslag Toros de Guisando staan en dit keer moest ik het weten wat dit betekende en waarom met zoveel bombarie aangekondigd. Met een korte ruk naar rechts en de ankers vol uit nam ik de bocht en zagen we wel stieren in de wei, maar dat ziet men vaker in de Spaanse hooglanden. Na een kleine kilometer zagen we een enorme doch lege parkeerplaats voor ons uit doemen en wisten we: hier moeten we zijn. Na een korte zoektocht ontdekten we een open deurtje waarmee we ons toegang konden verschaffen tot het afgeschermde gebied. En wat bleek? De Toros de Guisando zijn vier sculpturen uit de tweede eeuw voor ene Christ, ook wel de ijzertijd genoemd, dus van een aanzienlijke leeftijd. Het stellen waarschijnlijk stieren voor en zijn uit graniet gehouwen. Verder worden ze ook vernoemd in Cervantes’ De vernuftige edelman Don Quichot van La Mancha. Leuk om toch even gezien te hebben.

Al dat rundvlees maakte ons hongerig en we kregen spontaan zin in een biefstuk. Deze konden we op zeker verkrijgen in het sjieke restaurant dat ons dorp rijk is Haciënda la Coracera en vergezeld van een mooie Ribero del Duero sloten we deze slechtweerdag toch nog tevreden af, maar toch hoopten we morgen op beter weer.