17 juni 2015

Dag 18

Waar we nu toch zijn beland, dames en heren lezersvrienden. “In Las Negras” zult u zeggen, “want dat heb je ons gisteren al medegedeeld”. Dat klopt inderdaad, maar wat ik u niet heb verteld is dat Las Negras niet meer is dan een verzameling van tweede huizen van iets bovenmodale Spanjezen welke voor ongeveer 80 procent leegstaan omdat de eigenaren hard moeten werken om het onverkoopbaar gebleken (want crisis) blok aan het been te kunnen bekostigen.

Las Negras was voorheen een nederzetting die voornamelijk door hippies en andere rondreizende volksstammen werd aangedaan. Die hippies zijn er nog in overvloed en geven een beetje sjeu aan het geheel. Verder zijn er twee restaurants aan het seafront waar afschuwelijke toeristenmeuk wordt geserveerd en twee barretjes. En na lang zoeken vonden we zelfs een minimarket waar ze nou net niet het merk water verkochten dat wij zo gewend zijn.

Omdat we nog wat compensatie nodig hadden van gemiste strandtijd heb ik Patrick maar om 7 uur op het strand gelegd zodat ‘ie wat aan zijn kleur kon werken. Bij mij heeft dat vanwege mijn overerfde albinogenen en van oorsprong worteltjesrood haar geen enkel nut, dus ben ik langs de rotskusten gaan wandelen en klauteren en mooie plaatjes geschoten van forten uit verre oudheden en de schitterende natuur.

Nu zult u zeggen “wat ben je toch een ouwe zeur Andy! Zullen we ruilen?” en dan zeg ik toch vol overtuiging een hartgrondig “Neeen!!!” want de rust is weldadig, het strand subliem en ’s nachts worden we bijgelicht door tientriljard sterren. Het zal echter niet meevallen om hierover de smeuïge en lyrische verhalingen te produceren die u inmiddels gewend bent, maar we gaan natuurlijk ons uiterste best doen en het mooiste beentje voorzetten om ook van dit laatste hoofdstuk een grandioos en onoverkomelijk succes te maken. ¡Tot morgen!