11 juni 2015

Dag 11

Om te beginnen excuses voor de dubbele posting van gisteren. Dit was te wijten aan mijn ongeduld en de hier niet altijd vanzelfsprekende beschikbaarheid van een werkende internet verbinding.

De weersvoorspellingen voor San Martin de Valdeiglesias, wat trouwens staat voor De Heilige Martinus van de Valleikerken, waren niet zo heel best, dus kozen we vandaag uit om het geplande, maar nog niet vastgelegde bezoek aan de Spaanse hoofdstad te organiseren.

Met de lijn 551 togen we met een aantal anderen richting Madrid, onderweg genietend van de uitzichten en de graffiti. De inwoners van de rand- en buurtgemeentes van Madrid moeten enkel uit gekken en dwazen bestaan, want kennelijk voelt men hier onbedwingbare behoeftes en sterke aandrang om hun namen, alter ego’s en andere leuzen op iedere zich daarvoor lenende plek, daarbij zich niet beperkt voelend tot deuren en glazen, met verspuit of kalkkwast in de weer te gaan om de boel eens lekker op te fleuren. Het kan niet anders of de lokale verf- en lakspuitbussenindustrie moet hier floreren en duizelingwekkende omzetten draaien. Let wel: een mooie graffiti of zelf verzonnen muurbeschildering kan ik zeer waarderen wanneer hier sprake is van een verfraaiing of opwaardering van de omgeving, maar zulks was hier niet of nauwelijks van toepassing naar mijn bescheiden edoch niet ondeskundige mening.

Eenmaal gearriveerd op het Principe Pio station konden we natuurlijk niet voortgaan zonder eerst een bezoek aan Felipe de zesde, koning van Spanje die wij volgens overlevering en ons volkslied moeten vereren. De zoon van de oude Juan Carlos, die op zijn beurt weer bekend staat om zijn uitspraak “hou toch eens je snater” tegen de inmiddels overleden Venezuelaanse president Chaves, heeft een alleraardigst, doch niet van achterstallig onderhoud schortend optrekje op loopafstand van voornoemd station tegenover de opera in het centrum van Madrid. Zijne koninklijke hoogheid bleek echter niet thuis, maar men zou de hartelijke en ongemeen vriendelijke groeten overbrengen zodra de koninklijke familie weer eens de moeite nam om het Palacio Real met een bezoek te vereren. Terstond werd ter plekke de wacht gewisseld zodat wij daar een mooi plaatje van konden schieten en ons bezoek toch niet helemaal voor niets was gebleken.

Het weer was tot dan toe alleszins meegevallen en de zo’n scheen op ons blote bolletje. Maar we waren net aan een uitgebreide lunch op een terras naast het Koninklijk Theater of er barstte een enorme regenbui los zodat het hele terras waar net 63 Indische toeristen door hun gids waren gedumpt om hier maar iets te eten te bestellen moest door de dames van de bediening naar binnen worden geloodst wat resulteerde in een kleine chaos, die compleet werd toen de vegetariërs onder hen viskroketten kregen geserveerd en de gazpacho koud bleek. Gelukkig zaten wij inmiddels aan de koffie en toen die op was, was ook de bui inmiddels overgewaaid en konden we de rekening gaan betalen, ware het niet dat er een hevige discussie plaatsvond over de bestelde hoeveelheden door de groep. Anderhalf uur later waren we verlost en konden we onze toeristische route vervolgen (ik drijf hier een beetje over, maar dat begrijpt u).

Madrid is een stad met vele mooie parken zoals het Retiro park met het monument ter ere van koning Alfonso XII en vele uitbundige pleinen het liefst met een of meerdere fonteinen en gebouwen als paleizen zoals bijvoorbeeld dat van de Correos, wat bij ons vroeger het postkantoor heette. Het kan niet anders zijn dan dat men vanaf de invoering van de postzegel in 1850 te veel heeft gerekend voor de briefbezorging en pakketdiensten, anders kan men zich niet veroorloven een filiaal te open in een pand waar onze vorst en vorstin jaloers op zijn en wat vandaag de dag nog als overdreven groot mag worden beschouwd. Zie de foto’s.

Hierna vervolgden we onze stadswandeling naar de wijk Chueca waar de horeca en overige zelfstandige ondernemers zich hebben gericht op den homoseksuele medemens en zich een ware wildgroei van bars en cafés heeft ontwikkeld met voor iedere subcultuur een of meerdere eigen lokalen, zoals de Bearby’s en de Travestina. Gelukkig was het midden op de dag dus was deze Spaanse variant op Sodom y Chomorra grotendeels gesloten. Omdat de temperatuur inmiddels weer flink in de 30 graden liep gingen we op zoek naar een ijsco. Vrijwel meteen viel mijn oog op een alleraardigste heladeria met minuscuul terras. Binnen stond een vriendelijke bebaarde jongeman en toen ik een roomijsje en een lattefrappucinomachiato bestelde viel mijn oog op een aantal Gelderse rookworsten en blikjes roomboterbabbelaars van het huismerk van een van onze grote grootkruideniers in het schap niks van me. Rechts stonden hagelslag en pindakaas van Hollandse makelij fraai gespiegeld uitgestald. Hoe kon ik het uitgezocht hebben. De vriendelijk jongeman bleek jaren in Nederland te hebben gewoond en had nu met manlief een ijswinkel met een Hollandsch tintje in het hartje van Madrid. Na de nodige vriendelijkheden te hebben uitgewisseld gingen we weer op pad maar onze reeds zwaar op de proef gestelde voeten en enkels hielden het niet meer en besloten we de metro te pakken zodat we voor het donker weer thuis zouden zijn en we bij ons lievelingsrestaurant El Pijama de avondmaaltijd konden nuttigen.

Omdat we hier de afgelopen week al enige malen geluncht en gedineerd hadden, en omdat vanwege het slechte weer er niemand dan ons zich buiten liet zien kwam de eigenaresse en kokkin een praatje maken. In ons beste Spaans en met behulp van diverse ledematen maakten we duidelijk dat we uit Nederland afkomstig waren en alle boven de 20 graden voor ons erg aangenaam was. Nou, dat kon zijn maar Esperanza, zo heette zij, vond het maar wat koud met slechts 25° en ze verklaarde ons nog net niet voor gek dat we hier buiten op het terras zaten. Als troost kregen we wat extra Ibérico ham en een gratis toetje van profiteroles. Wat een schat! Thuis nog even gecontroleerd of de gisteren aangeschafte wijn echt niet te drinken zou zijn. Net binnen te houden zou men zeggen.