4. Vejer de la Frontera

U zal wel ongerust zijn lieve vrienden: eerst als bij donderslag bij heldere hemel op vakantie gaan en dan na drie stukjes niets meer laten horen! Welnu; het gaat prima met ons en zijn gezond van lijf en leden!

Donderdag hebben we onze vrienden van El Aguila Libre gedag gezegd en zijn verder getrokken naar onze volgende bestemming: Vejer de la Frontera. Dat was een ritje van 3 uur over € 20,- tolweg. Kost wel wat, maar dan kunt ge lekker scheuren over ’s lands wegen want er rijd geen kip of kraai op de weg. Aangekomen in ons nieuwe, klein maar van alle gemakken, inclusief een flink dakterras, voorzien appartemiento hebben we snel onze tassen uitgepakt en gekeken of er nog strand in de buurt was. Welnu, dat was er. Kilometers lang. Vejer de la Frontera, niet te verwarren met Conil de la Frontera of Jerez de la Frontera, is gelegen op een berg en vanaf ons dakterras geeft dat schitterende vergezichten met de zee als fraaie achtergrond. Sinds we hier bivakkeren hebben we een drukke en strak ingedeelde dagplanning. Zo moest er eens goed uitgerust worden na alle feesten en partijen bij onze Aguila vrinden. En het dorp moest natuurlijk worden verkend en worden onderzocht op goede restaurants, eetgelegenheden en andere bezienswaardigheden.

Vejer de la Frontera is een oude moorse vestingstad strategisch boven op een berg geplaatst en geldt volgens kenners die er verstand van hebben als het witste van de witte dorpen die men hier in Andalusië te kust en te keur kan vinden. Het is een toeristische trekpleister maar dan vooral voor Spanjaarden zelf. Er zijn weliswaar genoeg andere nationaliteiten aan te treffen, waaronder opvallend veel Vlamingen, maar niet genoeg om het onder massatoerisme te scharen.

We hebben hier ook alle gelegenheid om ons Spaans te oefenen en zo zaten wij bij een van de betere restaurants aan een overheerlijk stoofpotje van kalfswangetjes in een saus van vermouth. Er zat echter nog een bijzonder smaakelement aan wat ik niet kon thuisbrengen. Dus vroeg ik aan de ober: ¿Cuál es el sabor en la salsa que no reconozco? (wat is toch die smaak in de saus die ik niet herken?). Meteen werd de kok erbij geroepen en werd mij in zuiver Andalusisch uit de doeken gedaan wat er allemaal in zat. Vermouth natuurlijk, uien en knoflook. Maar ook zanahorias. Ondanks het stevig instampen van de eten- en drinkenwoordenlijst lukte mij het niet de juiste vertaling te vinden. De vragende blik in mijn ogen zei hem genoeg, dus wendde hij zich tot zijn collega, de ober. “Que es zanahoria en Inglais?” Vroeg t ie. De ober haalde onwetend zijn schouders op en met een bekend gebaartje met zijn handen en tanden zei hij: “Como Bugs Bunny”. Ah, wortel dus! Juist. We konden slechts met moeite onze lach inhouden, maar van de lijst met ingrediënten kon ik toch de smaak niet herkennen. “Y vanilla” was de laatste toevoeging van de kok. Dát was ‘m!